ONS NIEUWS

Slapend dienstverband in strijd met goed werkgeverschap

Bij een arbeidsongeschikte werknemer dient de werkgever gedurende 2 jaar het loon door te betalen. Na deze twee jaar ontvangt de werknemer in principe een WIA (WGA/IVA) uitkering van het UWV en stopt de loondoorbetalingsverplichting voor werkgever. Hiermee vervalt eveneens het opzegverbod bij ziekte. Zijn er voor de betreffende medewerker geen passende re-integratie mogelijkheden en is er ook geen herstel te verwachten binnen een halfjaar, dan kan het UWV gevraagd worden om een ontslagvergunning. Uiteraard kan er ook gekozen worden om de arbeidsovereenkomst te beëindigen met wederzijds goedvinden middels een vaststellingsovereenkomst.

Waar zal de werknemer in beide gevallen in ieder geval aanspraak op willen maken? Precies; de transitievergoeding.

Dit komt veel werkgevers als onredelijk over. In sommige gevallen zelfs financieel niet te dragen voor werkgever. Vergeet niet dat het loon van de desbetreffende medewerker gedurende twee jaar doorbetaald is, kosten gedragen zijn voor de ziektebegeleiding en overige re-integratiekosten zijn gemaakt. Daarbovenop zou dan nog de transitievergoeding betaald moeten worden. Een kostbare zaak.

Slapend dienstverband

Wat doen werkgevers om de betaling van de transitievergoeding te vermijden? Het dienstverband slapend houden. Dat wil zeggen het dienstverband na twee jaar ziekte niet opzeggen, hoewel werkgever daartoe wel bevoegd is, en waarbij werkgever de werknemer geen loon meer hoeft te betalen, maar ook de transitievergoeding niet verschuldigd is. De arbeidsovereenkomst wordt daardoor een lege huls.

In het verleden is bovenstaande situatie meerdere malen aan de rechter voorgelegd. De rechters oordeelden dat het niet altijd even eerlijk is, maar dat er nu eenmaal geen ontslagplicht voor de werkgever geldt. De werkgever heeft een zogenoemde beleidsvrijheid. Geen verbod dus op slapende dienstverbanden. Daar kwam verandering in toen de wetgever de zogenaamde compensatieregeling transitievergoeding in het leven riep. Vanaf 1 april 2020 kan de werkgever de betaalde transitievergoeding bij twee jaar arbeidsongeschiktheid, vergoed krijgen via het UWV.

De vraag die op 10 april 2019 bij de kantonrechter te Roermond aan de orde kwam is of het niet beëindigen van het slapend dienstverband nog steeds niet in strijd is met het goed werkgeverschap?
Sommige rechters hadden al geoordeeld dat het in bepaalde gevallen in strijd is met goed werkgeverschap om het dienstverband slapend te houden. Tegelijkertijd werd door andere rechters geoordeeld dat werkgevers nog steeds beleidsvrijheid hebben en de dienstverbanden slapend gehouden mogen worden. Een hoop onduidelijkheid.

Prejudiciële vraag

Tijd om de vraag voor te leggen aan onze hoogste rechterlijke instantie, de Hoge Raad.
De prejudiciële vraag waarover de Hoge Raad zich gebogen heeft en waarover op vrijdag 8 november 2019 uitspraak is gedaan:  “Moet de werkgever instemmen met een voorstel van de werknemer om een ‘slapend dienstverband’ te beëindigen, onder toekenning van een vergoeding aan de werknemer?”

Ja, zegt de Hoge Raad. Hierin volgt ze het reeds afgegeven advies van Advocaat-Generaal R. de Bock.

De Hoge Raad stelt dat het in het huidige licht in strijd is met de eisen van het goed werkgeverschap om een dienstverband slapend te houden, met de enkele reden om daardoor de transitievergoeding te ontlopen. Dit omslagpunt heeft alles te maken met het gegeven dat per 1 april 2020 de betaalde transitievergoeding bij het UWV teruggevorderd kan worden.

Uitkomst

Op de werkgever rust de verplichting om, op verzoek de arbeidsongeschikte werknemer, het slapende dienstverband te beëindigen met betaling van de wettelijke transitievergoeding.

Uitzonderingen

Hierop zijn slechts twee uitzonderingen waarbij het toegestaan is om de arbeidsovereenkomst in stand te houden:

  1. De werkgever heeft een gerechtvaardigd belang bij instandhouding van de arbeidsovereenkomst. Bijvoorbeeld: re-integratiemogelijkheden in de nabije toekomst;
  2. Als de werkgever aannemelijk maakt dat voorfinanciering van de transitievergoeding, voordat deze gecompenseerd wordt door het UWV, leidt tot ernstige financiële problemen, dan kan betaling in termijnen plaatsvinden of worden opgeschort tot na 1 april 2020.

Belangrijk om verder op te merken:

  • De transitievergoeding waar de werknemer recht op heeft bij beëindiging van het slapend dienstverband wordt vastgesteld op de datum twee jaar ziekte, niet de (latere) datum uit dienst. Immers, onder de compensatieregeling transitievergoeding kan ook enkel de transitievergoeding worden teruggevorderd zoals deze zou zijn berekend op de dag na twee jaar arbeidsongeschiktheid.
  • Het bijna bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd is geen gerechtigde reden voor werkgever om de arbeidsovereenkomst in stand te houden.
Kortom

Het is zaak om als werkgever, in lijn met het goed werkgeverschap, de nog bestaande slapende dienstverbanden te beëindigen en de transitievergoeding aan de werknemer uit te keren.
De betaalde transitievergoeding kan vervolgens in april 2020 teruggevorderd worden middels de wet compensatie transitievergoeding bij het UWV.

HMP | Realising Change… Bewezen expertise voor het daadwerkelijk oplossen van vraagstukken op het gebied van:  

Reorganiseren – HR Projecten – Arbeidsrecht – Mediation 

 

Deel dit bericht