Wanneer een werknemer langer dan twee jaar arbeidsongeschikt is, kan er sprake zijn van een slapend dienstverband. Dit betekent dat de werknemer officieel in dienst blijft, maar geen salaris meer ontvangt omdat de loondoorbetalingsverplichting van 104-weken is verstreken. Veel werkgevers denken dat bij het stoppen van de loondoorbetalingsverplichting ook de opbouw van vakantiedagen stopt. Dit is echter niet altijd het geval: werknemers behouden vaak wél recht op vakantieopbouw, ook tijdens een slapend dienstverband. Hoe zit dat precies?
Nederlands recht vs. Europees recht
Volgens artikel 7:634 lid 1 BW bouwen werknemers in Nederland alleen vakantiedagen op over de periode waarop zij recht op loon hebben. Dit betekent dat wanneer de loondoorbetalingsverplichting na 104-weken arbeidsongeschiktheid stopt, ook de opbouw van vakantiedagen stopt. In de praktijk ligt dit alleen net even wat anders.
In het Europees recht is namelijk opgenomen dat een werknemer recht heeft op wettelijke vakantiedagen ongeacht of het loon wordt doorbetaald. Werknemers bouwen volgens dit recht wettelijke vakantiedagen op wanneer arbeid wordt verricht of een werknemer daarmee moet worden gelijkgesteld. Dit laatste is het geval bij ziekteverzuim of arbeidsongeschiktheid.
Let op: het gaat hier om het recht op wettelijke vakantiedagen (vier keer de overeengekomen arbeidsduur per week, dus meestal 20 dagen bij een fulltime dienstverband). Voor bovenwettelijke vakantiedagen geldt dit alleen als dit in de cao of arbeidsovereenkomst is bepaald.
Welk recht moet je als werkgever dan volgen? In het Max Planck-arrest heeft het Hof van Justitie van de EU geoordeeld dat een nationale wettelijke regeling buiten toepassing kan worden gelaten wanneer deze niet in overeenstemming is met Richtlijn 2003/88/EG. Dit betekent in het geval van de opbouw van wettelijke vakantiedagen dat het Europees recht moet worden gevolgd en niet het Nederlands recht. Kortom: een werknemer bouwt ook tijdens een slapend dienstverband wettelijke vakantiedagen op, die bij de eindafrekening moeten worden uitbetaald.
Casus Rechtbank Gelderland
Om bovenstaande te verduidelijken bespreken we graag een recente uitspraak van de Rechtbank Gelderland. Op 12 augustus 2025 heeft de Rechtbank Gelderland een uitspraak gedaan over het opbouwen van vakantiedagen tijdens een slapend dienstverband:
- De werknemer werd in 2019 arbeidsongeschikt.
- Na twee jaar ziekte beoordeelde het UWV dat de werkgever niet aan de re-integratieverplichtingen voldeed, waardoor de loondoorbetalingsplicht werd opgelegd tot 1 maart 2024.
- Na deze datum was herstel niet mogelijk en terugkeer in de functie onmogelijk. De werknemer vroeg om beëindiging van het dienstverband, inclusief betaling van vakantiedagen en transitievergoeding.
De werkgever wilde alleen het vakantiegeld uitbetalen en betwistte de opbouw van vakantiedagen na 1 maart 2024.
Wat eist de werknemer concreet?
De werknemer eiste onder andere de uitbetaling van alle opgebouwde vakantiedagen tot het einde van het dienstverband, inclusief:
- de eerste twee ziektejaren;
- de periode van de loonsanctie;
- en de periode van het slapende dienstverband na afloop van de loonsanctie, waarin geen loon werd ontvangen.
De werkgever stelde daarentegen dat de opbouw van vakantiedagen stopte bij het einde van de loondoorbetalingsplicht.
Wat stelt de rechtbank?
De rechtbank oordeelde dat de werkgever in het kader van goed werkgeverschap (vgl. de Xella-uitspraak van de Hoge Raad, 2019) moest meewerken aan de beëindiging van het dienstverband vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid.
De rechter stelt dat de Nederlandse wet alleen vakantiedagen toekent over de periode waarin een werknemer loon ontvangt. Omdat de werknemer na 1 maart 2024 geen loon meer kreeg, zou hij volgens deze wet geen vakantiedagen meer hebben opgebouwd. De rechter merkt echter op dat deze beperking in strijd is met Europees recht en met eerdere uitspraken van het Hof van Justitie over het recht op vakantieopbouw.
Dit betekent dat de werknemer gedurende de hele ziekteperiode, ongeacht het recht op loon, volledig wettelijke vakantiedagen heeft opgebouwd. Hierdoor stelde de rechter dat de werknemer ook vakantiedagen heeft opgebouwd na het stoppen van de loondoorbetalingsverplichting en verplichtte de werkgever deze opgebouwde uren ook uit te betalen (in dit geval: ruim € 13.000,00!).
Belang in de praktijk
Deze uitspraak benadrukt dat arbeidsongeschikte werknemers ook na het einde van de loondoorbetalingsverplichting wettelijke vakantiedagen opbouwen. Dit betekent dat je bij het behouden van een slapend dienstverband tegen aanzienlijk hogere kosten kan aanlopen. Het is dan ook aan te raden om het dienstverband tijdig te beëindigen nadat de loondoorbetalingsverplichting is gestopt en er voor werknemer geen uitzicht is op herstel of terugkeer binnen de organisatie.
Heb je te maken met een lastige verzuimcasus of slapend dienstverband? Wij helpen je graag. Als adviesbureau gespecialiseerd in HR- en Arbeidsrecht kijken we mee in het dossier, geven we praktische adviezen en zorgen we dat je voldoet aan alle verplichtingen. Zo houd jij grip op het proces en voorkom je vervelende verrassingen. Neem nu vrijblijvend contact met ons op via 085 049 244 4 / hmp@hmp.nl.
HMP | Realising Change… Bewezen expertise voor het daadwerkelijk oplossen van vraagstukken op het gebied van: