Bij het werven en aannemen van personeel kan het verstandig zijn om na te gaan welke financiële tegemoetkomingen er zijn. Wij sommen in dit artikel de meest voorkomende tegemoetkomingen op die voortkomen uit de banenafspraak waarin stimuleringsmaatregelen zijn gemaakt die bijdragen aan kansen op de arbeidsmarkt en verantwoord ondernemen.
Wees ervan bewust dat er naast het onderstaande overzicht ook subsidies beschikbaar kunnen zijn vanuit de gemeente dan wel vanuit de geldende cao die op jouw branche van toepassing is.
- Loonkostenvoordeel (LKV)
- Proefplaatsing
- Loondispensatie
- Lage inkomensvoordeel (LIV)
- No-riskpolis
- Subsidieregeling praktijkleren leerlingen
- Werkplekaanpassingen
Ad 1. Loonkostenvoordeel
LKV is een tegemoetkoming voor werkgevers die één of meer oudere werknemers en/of arbeidsbeperkte werknemers in dienst nemen of houden. De tegemoetkoming kan oplopen tot maximaal € 6.000,- per kalenderjaar per werknemer met een maximum van drie jaar. De tegemoetkoming voor arbeidsgehandicapte werknemers die herplaatst worden geldt maximaal voor één jaar. Let op: deze regeling wordt in 2025 afgebouwd en komt per 1 januari 2026 te vervallen.
Voor de toepassing van het LKV is een kopie doelgroepverklaring LKV van de werknemer nodig. De volgende werknemers komen hiervoor in aanmerking:
- Oudere (56 jaar en ouder) werknemer met een uitkering (bijvoorbeeld WW of WIA)
- Arbeidsgehandicapte werknemers nieuw in dienst (of herplaatst)
- Werknemers uit de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden
Voorbeeld: Je neemt een 57-jarige werknemer in dienst vanuit de Werkloosheidswet (WW-uitkering). Deze nieuwe werknemer is de afgelopen zes maanden niet bij jouw organisatie in dienst geweest en/of je hebt niet eerder loonkostenvoordeel voor deze werknemer ontvangen. Met behulp van een kopie doelgroepverklaring LKV (op te vragen door de werknemer) kan je per jaar maximaal € 6.000,- tegemoetkoming aanvragen bij het UWV.
Ad 2. Proefplaatsing
Uitkeringsgerechtigden van het UWV hebben de mogelijkheid om gebruik te maken van een proefplaatsing bij een potentiële werkgever. De periode is twee maanden, en kan in uitzonderlijke gevallen wordt verlengd tot maximaal zes maanden. Met behulp van een proefplaatsing krijg je de kans om erachter te komen of de potentiële nieuwe werknemer het werk aankan en ziet zitten.
Tijdens de proefplaatsing hoeft er geen loon te worden betaald en ook ontstaat er nog geen arbeidsrelatie, de potentiële nieuwe werknemer blijft namelijk recht houden op diens uitkering. Een arbeidsovereenkomst wordt pas aangegaan op het moment dat de proefplaatsing is doorlopen en partijen beide de wens hebben om met elkaar verder te gaan. Omdat voorafgaand aan de proefplaatsing wordt afgesproken dat er een intentie is om een arbeidsovereenkomsten van ten minste zes maanden af te spreken kan er op dat moment geen proeftijd meer worden afgesproken.
Wel is het mogelijk om, onder de eerder genoemde voorwaarden, gebruik te maken van het Loonkostenvoordeel als het een werknemer van 56 jaar en ouder betreft.
Ad 3. Loondispensatie
Voor werknemers met een Wajong- of IVA-uitkering (WIA) kan loondispensatie worden aangevraagd bij het UWV. Het is vervolgens aan het UWV om te bepalen in hoeverre en voor welke periode het toegelaten is om een lager loon te betalen aan de betreffende werknemer. Bepalend hierin is de mate waarin de werknemer in staat is om het werk dat bij de functie hoort te verrichten. Het verschil aan loon wordt bij toekenning door het UWV aan de werknemer vergoed in de vorm van een uitkering. Het is bij loondispensatie van belang om de werknemer goed te informeren over (de reden en inhoud) van de aanvraag.
Ad 4. LIV en jeugd-LIV
Het zogenaamde Lage inkomensvoordeel (ook voor jeugd: jeugd-LIV) is een jaarlijkse tegemoetkoming voor de werkgever met werknemers in dienst met een laag loon. Anders dan bij het eerder genoemde loonkostenvoordeel hoeft het LIV en jeugd-LIV niet separaat te worden aangevraagd. Deze tegemoetkoming wordt jaarlijks verrekend nadat de aangifte loonheffingen op de juiste manier is ingevuld. Let op: het LIV komt per 1 januari 2025 te vervallen.
Ad 5. No-riskpolis
De no-riskpolis betreft een looncompensatie bij ziekte op het moment dat je een werknemer met een ziekte of handicap in dienst hebt genomen en die vervolgens binnen een periode van vijf jaar uitvalt door ziekte. De no-riskpolis is bijvoorbeeld van toepassing op het moment dat je een werknemer in dienst neemt vanuit de WIA-uitkering, die prima in staat is om het werk uit te voeren. Valt deze werknemer alsnog binnen vijf jaar na aanvang van het dienstverband uit, dan toetst UWV of je voor deze werknemer op basis van de no-riskpolis een Ziektewet-uitkering krijgt. Deze uitkering dient als compensatie voor het loon dat tijdens ziekte moet worden doorbetaald.
Ad 6. Subsidieregeling praktijkleren
Werkgevers die praktijk- of werkleerplaatsen aanbieden aan leerlingen kunnen ook in 2024 een aanvraag indienen voor de subsidieregeling praktijkleren. De subsidieregeling praktijkleren is een tegemoetkoming in de kosten voor de begeleiding van een leerling en bedraagt maximaal € 2.700 per gerealiseerde praktijk- of werkleerplaats. De periode van aanvragen is vanaf 3 juni 2024 tot 17 september 2024. De aanvraag van deze subsidie verloopt via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (www.rvo.nl).
Ad 7. Werkplekaanpassingen
In het geval je werknemers in dienst hebt met een ziekte of een handicap, is het onder voorwaarden mogelijk om van het UWV een vergoeding te krijgen voor noodzakelijke kosten die je maakt voor het aanpassen van de werkplek. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld een traplift, aangepaste werkplek en/of een aangepast toilet. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een handige tool ontwikkeld waarmee je na kunt gaan of je in aanmerking komt voor één van de tegemoetkomingen.
Meer weten? Neem contact met ons op!
HMP | Realising Change… Bewezen expertise voor het daadwerkelijk oplossen van vraagstukken op het gebied van: