ONS NIEUWS

Werknemer makkelijker vroegtijdig met pensioen

Dit moet de Wet Bedrag ineens, RVU en verlofsparen makkelijker gaan maken. In het wetvoorstel Bedrag ineens, RVU en verlofsparen worden deze drie onderwerpen uit het pensioenakkoord nader uitgewerkt.

Het voornemen was om deze nieuwe wet in te laten gaan per 1 januari 2021. Dit is echter niet gelukt omdat het wetsvoorstel nog in de Eerste Kamer in behandeling is en de nieuwe inwerkingtredingsdatum is ook nog niet bekend. Mogelijk wordt de wet wel met terugwerkende kracht van toepassing.

Waarom de Wet Bedrag ineens, RVU en verlofsparen?

Door de stijging van de AOW- en de pensioengerechtigde leeftijd is er behoefte aan maatregelen die ervoor zorgen dat mensen gezond de eindstreep van hun werkende leven kunnen halen.

Wat houdt de Wet Bedrag ineens, RVU en verlofsparen precies in?

De Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen regelt 3 zaken die ervoor zorgen dat het voor werknemers eenvoudiger wordt om vroegtijdig met pensioen te kunnen gaan:


Bedrag ineens

Wat verandert er?

Neemt de werknemer deel aan een pensioenregeling, dan is het mogelijk om tot 10% van het opgebouwde pensioen op te nemen op de dag dat het pensioen ingaat, of in de maand februari het jaar volgend op het jaar waarin werknemer AOW krijgt. Dit zogenoemde ‘bedrag ineens’ mag naar eigen inzicht worden besteed.

Voorwaarden?

  • Werknemer mag niet gelijktijdig gebruik maken van een zogenaamd hoog-laagconstructie (eerste aantal jaar een hogere pensioenuitkering, daarna een lagere pensioenuitkering).
  • De pensioenuitkering moet na opname van het ‘bedrag ineens’ boven een zekere afkoopgrens liggen.
  • Er is toestemming van de partner vereist als gebruikmaking van de mogelijkheid leidt tot een verlaging van het partnerpensioen.

Gaat de werknemer met deeltijdpensioen? Ook dan bestaat in sommige gevallen de mogelijkheid om gebruik te maken van het ‘bedrag ineens’ naar rato. Let op: de pensioenuitkering leidt tot een hoger verzamelinkomen, waardoor meer belasting moet worden betaald.

RVU

Wordt er een uitkering aan de werknemer gedaan die mogelijk maakt dat werknemer vroegtijdig met pensioen kan, dan is er sprake van een eindheffing van 52% die moet worden betaald. Deze “boete” wordt gedragen door de werkgever.

Wat verandert er?

In het wetvoorstel is er sprake van een versoepeling van deze regeling over de periode tussen 1 januari 2021 en 31 december 2025. De tijdelijke versoepeling is bedoeld om de werkgever de mogelijkheid te geven om oudere werknemers die de AOW-leeftijd niet werkend kunnen bereiken, tegemoet te komen. Een vaststellingsovereenkomst met een oudere werknemer wordt financieel aantrekkelijker gemaakt voor de werkgever.

Voorwaarden?

Wat de versoepeling precies inhoudt is nog niet bekend. Wel zijn enkele voorwaarden om in aanmerking te komen bekend:

  • De uitkering start maximaal 3 jaar (of minder) vóór de AOW-leeftijd van werknemer;
  • De uitkering mag maximaal 3 jaar duren;
  • De uitkering mag niet boven het drempelbedrag van € 21.200 euro bruto per jaar uitkomen. Is dat wel het geval? Dan wordt wel een heffing van 52% bij werkgever belast.

Verlofsparen

Wat verandert er?

Dit fiscaal verlof wordt verhoogd naar een saldo van maximaal 100 weken dat kan worden ingezet om vroegtijdig met pensioen te gaan. Dit verlof kan echter ook worden ingezet voor bijvoorbeeld zorgverlof.

Voorwaarden?

De voorwaarde hierbij is dat de werknemer wel verplicht is om eerst de wettelijke verlofdagen per jaar – op fulltime basis zijn dat 20 dagen – te gebruiken.

Op dit moment is de beschikbare informatie nog vrij abstract. De exacte uitwerking van de drie onderdelen moet nog bekend worden gemaakt, evenals de inwerkingtredingsdatum. Uiteraard besteden wij hier weer aandacht aan zodra meer informatie beschikbaar is. 

HMP | Realising Change… Bewezen expertise voor het daadwerkelijk oplossen van vraagstukken op het gebied van:  

Reorganiseren – HR Projecten – Arbeidsrecht – Mediation 

Deel dit bericht